THUISKOMST
Na vele wegen
hoever nog dat
midden van veelheid
met de stroming mee
drijft achterwaarts
dit tuimelgeval
storm tegemoet.
Collectief gedicht
(Stiltij-retraite, september 2014)
Foto: Geoff Vane
◄║►
dharmadienst
THUISKOMST
Na vele wegen
hoever nog dat
midden van veelheid
met de stroming mee
drijft achterwaarts
dit tuimelgeval
storm tegemoet.
Collectief gedicht
(Stiltij-retraite, september 2014)
Foto: Geoff Vane
◄║►
Fragment uit Wiswerk:
Onze bewustwording krijgt dynamiek via de drie toevluchten.
Deze connectie schenkt je de kracht om de dingen die aandacht vragen werkelijk aan te gaan, en dat betreft op de eerste plaats de resterende vervuiling en vervorming die onszelf last bezorgt.Actieve inzetbaarheid wordt daarna gevoed via de vier geloften.
Dit is de kracht van uitvoering, van betrouwbaar en efficiënt opereren: dharma-expressie, in dienst van anderen.Toevlucht nemen tot de drie vorstelijke juwelen (tri-ratna) – Boeddha, Dharma en sangha – is niet een je verbergen achter de rug van een of andere authoriteit, maar simpelweg de meest efficiënte manier kiezen om vertrouwd te raken met de kracht en werking van innerlijke adel.
De juwelen zijn in feite aspecten van onszelf – rust, stabiliteit, vreugde – maar zij werden in de loop der tijd bedolven onder zintuiglijke ballast. Je verbinden met de drie juwelen bevrijdt je van die ballast en helpt je jouw oorspronkelijke menszijn weer zuiver, groot en open te beleven.
Zie ook het model
‘Ingredienten van bodhisattvaschap‘
voor de drie toevluchten en vier geloften.
◄║►
Als je beseft dat er niets
(Cleary, J. C.: Zibo; the last great Zen master of China.
anders bestaat dan geesteswerking,
wordt in tegenslag of voorspoed
al wat gebeurt jouw leraar.
Berkeley 1989, p. 54)
Zie ook de slot-mantra van de Diamant-soetra
(HIER audio-versie):
Tot slot, vergelijk Huangpo’s uitspraak:
Alle boeddha’s en alle levende wezens zijn slechts de éne geest.
(Huangpo: In eenheid zijn.
Er bestaat niets anders.
Heemstede 1996, p. 49)
Een specifieke audio-versie van Leerlied: leerlied.mp3
En een download van Cleary’s boek in pdf-versie.
◄║►
Wie aandachtig onmetelijke liefde
tot ontwikkeling brengt,
voor hem, die het verdwijnen van bezit ziet,
worden de ketenen dunner.
Indien hij slechts één levend wezen
met onbedorven hart liefheeft,
dan wordt hij daardoor een goed mens.
Maar de edele die voor alle wezens
in zijn hart mededogen koestert,
verwerft daardoor immense verdienste.
Breet, Jan de & Janssen, Rob:
Aldus sprak de Boeddha.
Rotterdam 2007, p. 209.
◄║►
Honderden bloemen in de lente
de maan in de herfst
een koele bries in de zomer
en sneeuw in de winter
als er geen loze wolken
drijven in je geest
is dit voor jou
een goed seizoen.
Zen-leraar Wumen (1183-1260)
Bron: Zenkei Shibayama: The gateless barrier.
Boston 2000, p. 140
Vertaling en foto: Gedel
◄║►
Boeddha’s wijsheid behoedt en bemoedigt elke bodhisattva, of je nu zojuist begonnen bent of voorgoed het dharmapad beoefent.
Vanuit onszelf geformuleerd: waarheidsbesef zorgt ervoor dat we niet ondermijnd of ontmoedigd worden.
Het onderricht erkent het gevaar van ondermijning.
We kunnen verzwakken door eigen blindheid, zoals twijfel, hebzucht, tegenzin en door de vele karmische hindernissen (klesha) die zo moeilijk te beteugelen zijn.
Onderricht en oefening behoeden ons voor verdwazing door in ons hart een verbinding te blijven aanreiken met oprecht, betrouwbaar leven, dus met hartskwaliteiten als rust, helderheid, liefde.
Dit is het shunyata-aspect van bodhicitta (verlichtingsbesef): leegte (shunyata) is de vormloze puurheid van ons hart die ons behoedt dankzij de werking van onze boeddhanatuur, de intrinsieke werking van menselijk bewustzijn.
Daarnaast zijn leergierige bodhisattva’s gebaat bij bemoediging in het aangaan van allerlei vormen van lijden en moeite.
We worden aangespoord om inzet te oefenen, bereid te zijn belangeloos te blijven en geen willekeurige of arrogante grenzen te trekken.
In het beoefenen van alle tien paramita’s kunnen we af en toe ontmoedigd raken, omdat de onvoorwaardelijke aard van de weg ons onvoldoende vertrouwd is.
Dit is het upaya-aspect van bodhicitta: we bekwamen ons in het hanteren van heilzame, bevrijdende instrumenten (upaya), ten dienste van alle wezens.
Dankzij dit behoeden en bemoedigen groeien we richting bevrijding.
Onophoudelijk ontvangen we deze kracht, vergelijkbaar met onze adembeweging, als een intieme universummassage:
Laat Manjushri de levende blijk zijn van dit vermogen.
Met het tweezijdig zwaard geeft hij uitdrukking aan zijn meesterschap in het geven en nemen:
‘It is rare, Bhagavan, most rare, indeed, Sugata, how the Tathagata, the Arhat, the Fully-Enlightened One blesses fearless bodhisattvas with the best of blessings.
And it is rare, Bhagavan, how the Tathagata, the Arhat, the Fully-Enlightened One entrusts fearless bodhisattvas with the greatest of trusts.‘
Citaat:
Red Pine: The Diamond Sutra;
the perfection of wisdom.
Washington 2001, p. 2
◄║►