Waarom zie ik geen boeddha’s?

Een artikel van Lion’s Roar (15 aug. 2024) verzamelde de antwoorden van enkele leraren op de volgende vraag:
“Het boeddhisme zegt dat er allerlei levensvormen bestaan daarbuiten – boeddha’s, bodhisattva’s, godheden – maar ik kan die niet waarnemen.
Hoe moet ik die discrepantie plaatsen?”

Zen-lerares Zenkei Blanche Hartman antwoordt:

Mijn eerste reactie op deze vraag was: ‘Boeddha’s, bodhisattva’s en godheden’, dat begrijp ik, maar wat is dit ‘daarbuiten’? Ik wil je vraag niet bagatelliseren, maar misschien heb je een vooropgezet idee van hoe zulke wezens eruit zouden kunnen zien als objecten – objecten die op de een of andere manier losstaan ​​van jezelf als een ander object.

Mijn begrip van een boeddha is iemand die de aard van de realiteit zoals die is volledig beleeft, dus iemand die zulke helderheid en vaardigheid van middelen bezit dat hij wezens inspireert om te ontwaken.

Eén aspect van een ontwaakt beleven van de realiteit is dat jezelf en een ander niet twee zijn – Suzuki Roshi zei vaak: “Niet één, niet twee.”

De specifieke ‘bodhisattva’s’ waarover je misschien gehoord hebt, zijn levende voorbeelden van de vervolmaking van kwaliteiten die we in onze oefening waarderen en ontwikkelen.

• Manjushri bijvoorbeeld, de bodhisattva van volmaakte wijsheid, doorklieft illusies met zijn zwaard; zo bevrijdt hij levende wezens zodat zij de aard van de werkelijkheid helder kunnen onderscheiden.

• Avalokitesvara, “Hij/zij die de Kreten van de Wereld hoort,” de bodhisattva van grenzeloos mededogen, heeft duizend handen met in elke hand een oog, om lijdende wezens te zien en te helpen wanneer en waar ze ook zijn.

• Samantabhadra, de bodhisattva van ‘stralende oefening’ of ‘grote activiteit’, zit op een olifant en toont het onafgebroken gewaarzijn van zijn gelofte om samen met alle wezens te oefenen in elke activiteit van het leven.
Hij/zij wordt soms de bodhisattva van liefde genoemd – niet een romantische soort liefde die het ene object boven het andere verkiest, maar de allesomvattende, onbaatzuchtige liefde waarmee we ons constant en volledig verbinden met alle wezens.

Maak jij je wellicht zorgen dat je deze ideale voorbeelden niet kunt zien?
Maar kun je momenten van wijsheid of mededogen, ware vriendelijkheid of onbaatzuchtige activiteit waarnemen in de wezens die zich voor je neus bevinden, of in jezelf? Zijn er wezens die jou, door de manier waarop ze hun leven leiden, inspireren om je best te doen vriendelijker, mededogender en gelijkmoediger te leven?

Suzuki Roshi moedigde ons aan om boeddhaschap in iedereen te zien. Ik had de duidelijke indruk dat hij zelfs in mij boeddhaschap kon zien. En is het niet Dogen Zenji die leert dat “Elk leven, compleet beleven, boeddhanatuur is”?

Volgens de Avatamsaka Soetra zei Shakyamuni Boeddha toen hij ontwaakte: “Ik zie nu dat alle wezens, zonder uitzondering, de wijsheid en compassie van de ontwaakten bezitten, maar vanwege hun waanideeën en gehechtheden beseffen zij dit niet.”

Als jij en ik de ontwaakte geest willen realiseren en actualiseren in dit lichaam dat we hebben gekregen, dan moeten we begrijpen dat we beschikken over al wat we nodig hebben hier. Er is niks mis met ons, en er is niks dat we ‘daarbuiten’ moeten ‘halen’.

We hoeven alleen maar van harte zazen te beoefenen zonder winst-idee, vol vertrouwen in boeddhanatuur en in zazen, en alle gehechtheid los te laten.

Tot slot: Tulku Thondup eindigt zijn antwoord in het artikel met:

“Het komt erop neer dat we geen boeddha’s zullen zien, laat staan ​​er zèlf een worden, als we onze mentale gewoontes niet verbeteren.”

◄║►