Dagbesteding (door Zhaozhou)

zen meester zhaozhou
Zen-meester Zhaozhou (778-897)

Toelichting: de oorspronkelijke titel van deze tekst van Zhaozhou luidt “Lied van de twaalf uren van de dag” (een uur in China staat gelijk aan twee uren in het Westen).

De haan kraait; het eerste uur van de dag.
Droefheid is voelbaar, moedeloos sta ik op.

Geen lendedoek, geen onderhemd,
enkel iets dat in de verte lijkt op een pij.
Een onderbroek zonder taille, de werkbroek aan flarden;
het hoofd bedekt met vijftien kilo grauwe stof.
Als je op deze manier oefent en anderen van dienst wilt zijn,
dan besef je wat voor nietsnut je eigenlijk bent.

Zonlicht op de vloer; het tweede uur van de dag.
Een vervallen tempel in een afgelegen dorp, niets noemenswaardigs.

In de ochtendpap is geen korrel rijst te vinden;
ik staar naar het open raam met zijn vuile scheuren.
Enkel het gekwetter van mussen, niemand die ik tot vriend ben;
zittend hier in mijn eentje, hoor ik af en toe wat bladeren vallen.
Wie zei er dat met thuisverlaten alle voorkeur en tegenzin verdwijnt?
Als ik erbij stilsta, wordt mijn zakdoek onwillekeurig vochtig van de tranen.

De zon komt op; het derde uur van de dag.
Ongereptheid verandert in rusteloze drang.

Iets doen vanwege beloning is begraven worden in het vuil;
het domein van grenzeloosheid is nog niet schoongeveegd.
Vaak fronsen zich mijn wenkbrauwen, zelden van harte tevreden;
het valt niet mee de verschrompelde grijze dorpelingen te verdragen.
Schenkingen hebben deze plek nooit weten te vinden;
een loslopende ezel vreet onkruid aan de ingang van de oefenruimte.

Etenstijd; het vierde uur van de dag.
Halfslachtig probeer ik het vuur aan te steken, aan alle kanten kijkend.

De voorraad meel en koekjes is vorig jaar al opgegaan;
nu ik eraan denk, krijg ik slechts speeksel te slikken.
Onophoudelijk gezucht: de dingen vallen zelden in verband;
temidden van de talrijke personen zijn er geen goede mensen.
Degenen die hier langskomen vragen enkel om een kop thee,
en als dit niets oplevert verdwijnen zij weer, nors mompelend.

Halverwege de ochtend; het vijfde uur van de dag.
Had iemand ooit gedacht toen ik me kaal schoor, dat het er zo aan toe zou gaan?

Er was geen bijzondere aanleiding een dorpspriester te willen worden,
afgezonderd, hongerig en eenzaam, meer dood dan levend.
Van de kant van de brave burgers hier
heb ik nooit het geringste respect ervaren.
Onlangs nog kwamen zij aankloppen aan mijn poort,
maar het enige dat men zocht, was wat thee en wat papier te leen.

De zon staat in het Zuiden; het zesde uur van de dag.
Er zijn geen speciale voorschriften om te gaan bedelen voor rijst en thee.

Eerst naar de zuidelijke woningen, dan naar de noordelijke;
het spreekt vanzelf dat ik langs de route slechts excuses hoor.
Het zout is bitter, de gerst zuur,
een pasta van gierstgras, gemengd met snijbiet.
Noem het maar ‘Geschenken niet onwaardig zijn’;
een bodhisattva moet zijn geest van de Weg stevig vestigen.

Ondergaande zon; het zevende uur van de dag.
Draai alles om; niet langer opereer je in het gebied van licht en schaduw.

Ooit hoorde ik: “Eenmaal vervuld, vergeet je de honger”,
dat is precies hoe mijn lijf vandaag voelt.
Geen onderzoeken van Zen, geen overwegen van wetmatigheden,
enkel het spreiden van deze haveloze mat en een dutje in de zon.
Een mens kan beelden maken, verhevener nog dan de Tushita-hemel,
maar dat haalt het niet bij deze zon-geblakerde rug.

Namiddag; het achtste uur van de dag.
Kijk, iemand blijkt wierook te branden en buigingen te maken.

Van deze vijf oude dametjes hebben er drie een bierbuik,
de andere twee hebben een gezicht dat bol staat van de rimpels.
Lijnzaad-thee, zo zeldzaam,
dat de twee beschermgoden hun spieren niet hoeven te roeren.
Ik bid dat als volgend jaar de zijde en gerst zijn gerijpt
de eerwaarde Rahula mij zal groeten.

Zonsondergang; het negende uur van de dag.
Wat valt er te beschermen, behalve ongerepte wildernis?

Een monnik toont zijn grootsheid in functieloos bewogen worden;
van tempel tot tempel gaand, bezit hij de eeuwigheid.
Code overstijgende woorden komen niet via de mond;
belangeloos ga je verder waar Boeddha’s zonen ophielden.
In je handen een staf van onbewerkt braamhout
om bergen te beklimmen, maar ook om honden te verjagen.

Gouden duisternis; het tiende uur van de dag.
Alleen rustend in het duister van dit ene, lege vertrek.

Voorgoed onvatbaar voor het flakkerend kaarslicht
is de puurheid hier voor mijn ogen gitzwart.
Zelfs een bel die braafjes de dag afrondt hoor ik niet,
enkel het luidruchtig gescharrel van oude ratten.
Wat heeft een mens nou nodig om zich verbonden te voelen:
elk van mijn gedachten is verlichtingsbesef.

Tijd om te slapen; het elfde uur van de dag.
Heldere maan boven de poort: misgunt hij zich ook maar iemand?

Nu ik weer naar binnen ga, betreur ik dat het bedtijd is;
de kleren om mijn lijf doen dienst als deken.
Hoofdmonnik Liu en asceet Chang:
prachtig, hoe zij lipwapperend goedheid bespreken!
Wat zou het als mijn loze vleesvracht zich oplost;
vraag je “Waarom?”, dan zal elk antwoord jou blijven ontgaan.

Middernacht; het twaalfde uur van de dag.
Hoe zou dit beleven er zelfs maar één moment niét kunnen zijn?

Als ik denk nu aan hen die hun wereldse woning verlaten,
voel ik me een eeuwenoude tempeldienaar.
Er is dit bed van aarde, een versleten rieten mat,
en een oude, houten hoofdsteun zonder enige bekleding.
Het heilig beeld van de Boeddha krijgt hier geen wierookverering;
uit de as van het strovuur klinkt het schijten van de os.

Bron: James Green: The recorded sayings of Zen master Joshu.
Boston 1998, p. 171
Afbeelding: Lalunanellago
Vertaling: Gedel

◄║►

Expressie training – ‘jezelf zijn’

Video van de expressie-training die op 19 september 2015 (Open huis) plaatsvond in Moorveld, Zuid-Limburg.
Het thema van deze training was ‘authenticiteit’, ‘jezelf zijn.’

De training heeft twee delen:

  1. deinen in ademklank
  2. vijfvoudig gebaar

0:04 – 0:06 Je hoeft niet per se met een thema te werken.
0:06 – 0:08 Je kunt ook gewoon open beginnen met frequentie bepalen.
0:08 – 0:10 Wat voor toon zingt er in me?
0:10 – 0:12 En je kunt een cadans bepalen.
0:13 – 0:15 Wat voor ritme, wat voor hartslag heeft het leven op dit moment?
0:15 – 0:17 Is het doeng, doeng, doeng…
0:17 – 0:19 of is het doeng…., doeng…
0:19 – 0:21 of is het iets ertussen, hè – dat kun je voelen.
0:21 – 0:24 Hoe dein ik ongeveer op dit moment?
0:25 – 0:28 Als je dat al hebt – hartslag en frequentie – heb je het begin van een compositie.
0:29 – 0:31 Ritme en melodie…
0:32 – 0:38 Mmm…., mmm…., dan heb je al iets.
0:38 – 0:41 Hoe het leven nou pulseert in je.
0:41 – 0:43 En dan kun je wat gaan differentiëren.
0:44 – 0:46 Maar nou hadden we dus een thema en dan doen we eigenlijk hetzelfde…
0:47 – 0:51 …alleen iets meer specifieker dan, dat je gaat voelen:
0:51 – 0:53 dát aspect in het leven, hoe pulseert dat?
0:54 – 0:56 Dus ‘jezelf zijn’, mezelf zijn…
0:57 – 0:59 Wat voor ritme heeft dat nou?
0:60 – 1:01 Je zou je dus kunnen afvragen:
1:01 – 1:05 Wat voor cadans komt op dit moment overeen voor mij met mezelf zijn?
1:07 – 1:08 Hoe voelt dat qua ritme?
1:09 – 1:13 Is dat een heel dun, vluchtig, onregelmatig geval…
1:13 – 1:17 …of is dat een hele stevige olifantstred…
1:18 – 1:21 …of is dat een jjjoefff…
1:22 – 1:24 …voorbij is het…
1:28 – 1:30 Kun je eens je ogen dicht doen en eens even voelen hoe dat…
1:31 – 1:35 …hoe je dat zou, in een cadans,- hoe jij zou gaan deinen bij dit thema.
1:35 – 1:38 En dan laat je je lijf een beetje zoeken…
1:38 – 1:40 …alsof jouw lijf een antenne is.
1:41 – 1:44 En dan laat je dat een beetje de cadans navoelen van…
1:45 – 1:47 …grondig, voorgoed mezelf zijn.
1:48 – 1:50 Doe je je ogen dicht dan?
1:50 – 1:54 En laat je het leven jou… ‘zijn’…
1:54 – 1:57 …dat je het leven bent…
1:58 – 2:01 …en dat leven zichzelf is – niet zozeer jij als probleemgeval jezelf bent.
2:02 – 2:04 En als je daar dus een gevoel bij hebt…
2:05 – 2:07 …kun je dan, met de ogen dicht…
2:08 – 2:10 …je rechterarm, je rechteronderarm gebruiken…
2:10 – 2:12 …om links-rechts je te laten bewegen…
2:12 – 2:14 …van links naar rechts je onderarm, conform jouw deinen?
2:15 – 2:20 En dus verleg je jouw deinen van het lijf naar het deinen van die onderarm alleen maar voor je.
2:20 – 2:23 Maar goed voeling houden met die cadans, hè.
2:23 – 2:25 Dat je dat niet zomaar invult, die arm…
2:26 – 2:30 …maar dat die arm een vlag is van het leven, als het ware – links-rechts.
2:30 – 2:32 En als dat zo goed voelt…
2:33 – 2:37 …dus zodra dat een beetje substantie heeft – stabiliteit, zodat je voelt:
2:38 – 2:40 …daarop komt het neer, op deze frequentie…
2:41 – 2:45 …dan laat je de andere hand klaar staan om een slag te krijgen van die zwaaihand,
2:46 – 2:49 en dan laat je die gewoon ertegen vallen en dan heb je… een klap.
2:49 – 2:51 En dan laat je steeds gewoon een klap komen.
2:53 – 2:55 En hou je ogen nou goed dicht
2:57 – 2:60 Blijf voeling houden met je cadans.
3:04 – 3:05 En voel dan,
3:05 – 3:10 dat die authenticiteit van het leven die jij nou hoorbaar maakt
3:12 – 3:16 niet verschilt van andermans authenticiteit.
3:16 – 3:21 en dat we samen dezelfde authenticiteit delen.
3:23 – 3:29 En dat nu al die slagen golfjes zijn van de gezamenlijke deining in authenticiteit.
3:30 – 3:33 Als het goed voelt voor je,
3:33 – 3:36 kun je dan je ogen openen zonder dat je verandert?
3:37 – 3:41 Gewoon jezelf blijven, authentiek blijven?
3:42 – 3:48 Dat je dit open… en niet gestoord wordt door uiterlijke verschijnselen?
3:49 – 3:52 Als je dat nou voelbaar hebt kun je die handklap aanblazen,
3:53 – 3:57 een beetje aftasten, een beetje hoorbaar maken,
3:59 – 4:01 En als dit goed voelt kun je dat ook hoorbaar maken.
4:05 – 4:08 Vanuit jezelf, authentiek…
4:08 – 4:10 …het leven zoals het voelt in je.
4:15 – 4:19 Kun je het klappen eens loslaten, alleen maar de toon, alleen maar de toon.
4:26 – 4:31 Goed voelen: dit is de authenticiteit van het leven…
4:36 – 4:38 …die jij niet beoogd hebt, die is ontstaan…
4:39 – 4:41 …dus authenetiek.
4:47 – 4:52 Zou je dan ter afsluiting die toon eens kunnen laten proberen te zakken naar zijn herkomst helemaal?
4:53 – 4:54 Helemaal laten zakken in de aarde…
5:04 – 5:07 Leun op de adem…
5:09 – 5:10 Oké.
5:11 – 5:17 Een beetje, hoop ik, kunnen proeven van de mogelijkheden?
5:17 – 5:22 Als het goed is, voelt het oefenen vanzelf goed…
5:23 – 5:28 En zijn er mogelijk wat bijstellingen, verhelderingen, verfijningen mogelijk, maar…
5:30 – 5:34 …als het goed is, is de grondtoon dat het samenvalt met wetmatigheid.
5:35 – 5:39 En dat je voeling krijgt met de betrouwbare aspecten van het leven.
5:39 – 5:41 Zowel meditatie, expressie als krijgskunst moet dat karakter hebben.
5:43 – 5:47 Misschien afsluiten met een specifieker oefeningetje – waar er heel veel van zijn,
5:48 – 5:52 en waar je nou wat meer wordt uitgenodigd om die vórm meteen te pakken…
5:53 – 5:58 …alsof dat een interessante ontdekkingsmogelijkheid biedt.
5:59 – 6:03 Dus bijvoorbeeld… vijf tikken:
6:03 – 6:07 een, twee, drie, vier, vijf – als figuur.
6:07 – 6:10 En dan laat je dat eens gewoon draaien samen – in deze cadans.
6:13 – 6:17 En dan laat je alleen die klap hard zijn, en de rest heel zacht.
6:24 – 6:28 Kun je je ogen eens dicht doen en dan kijken of je die cadans voelt draaien.
6:29 – 6:34 En niet alleen maar nadoen maar toelaten dat die plaatsvindt.
6:34 – 6:38 Kun je dan eens je adem hoorbaar laten worden, achter de klappen?
6:49 – 6:52 Alleen die klap hard, de rest heel zacht…
6:52 – 6:57 …de rest geluidloos, alleen maar wijzen naar die plek.
7:00 – 7:02 Voel de cadans.
7:10 – 7:15 Laat je niet afleiden – fijn in die cadans… voel je zo… pulseren.
7:24 – 7:26 Laat je niet afleiden!
7:34 – 7:37 [gefluit]
7:39 – 7:41 [gesis]
7:42 – 7:43 [kreet]
7:49 – 7:50 [Hé, Wim!]
7:57 – 7:59 Voel je je verantwoordelijk – voor de klap?
8:00 – 8:02 Dien je hem nog – hou je hem in stand?
8:04 – 8:07 Of ben je aan het consumeren, passief?
8:13 – 8:16 Als je je linkerknie raakt, zeg je ‘Ja’.
8:25 – 8:27 [kreten]
8:35 – 8:38 Help mee, hou die tact, hou de cadans in stand.
8:40 – 8:42 Pak hem op als je hem kwijt bent.
8:53 – 8:55 Als je je rechterschouder raakt…
8:58 – 8:59 …zeg je ook ‘Ja’.
9:09 – 9:12 Samen, samen, samen..
9:36 – 9:40 Als je je rechterknie raakt, zeg je ‘Nee’.
9:57 – 10:01 Als je de linkerschouder raakt, zeg je ‘Oké’.
11:50 – 11:52 Dankjewel.

◄║►

Waarom zie ik geen boeddha’s?

Een artikel van Lion’s Roar (15 aug. 2024) verzamelde de antwoorden van enkele leraren op de volgende vraag:
“Het boeddhisme zegt dat er allerlei levensvormen bestaan daarbuiten – boeddha’s, bodhisattva’s, godheden – maar ik kan die niet waarnemen.
Hoe moet ik die discrepantie plaatsen?”

Zen-lerares Zenkei Blanche Hartman antwoordt:

Mijn eerste reactie op deze vraag was: ‘Boeddha’s, bodhisattva’s en godheden’, dat begrijp ik, maar wat is dit ‘daarbuiten’? Ik wil je vraag niet bagatelliseren, maar misschien heb je een vooropgezet idee van hoe zulke wezens eruit zouden kunnen zien als objecten – objecten die op de een of andere manier losstaan ​​van jezelf als een ander object.

Mijn begrip van een boeddha is iemand die de aard van de realiteit zoals die is volledig beleeft, dus iemand die zulke helderheid en vaardigheid van middelen bezit dat hij wezens inspireert om te ontwaken.

Eén aspect van een ontwaakt beleven van de realiteit is dat jezelf en een ander niet twee zijn – Suzuki Roshi zei vaak: “Niet één, niet twee.”

De specifieke ‘bodhisattva’s’ waarover je misschien gehoord hebt, zijn levende voorbeelden van de vervolmaking van kwaliteiten die we in onze oefening waarderen en ontwikkelen.

• Manjushri bijvoorbeeld, de bodhisattva van volmaakte wijsheid, doorklieft illusies met zijn zwaard; zo bevrijdt hij levende wezens zodat zij de aard van de werkelijkheid helder kunnen onderscheiden.

• Avalokitesvara, “Hij/zij die de Kreten van de Wereld hoort,” de bodhisattva van grenzeloos mededogen, heeft duizend handen met in elke hand een oog, om lijdende wezens te zien en te helpen wanneer en waar ze ook zijn.

• Samantabhadra, de bodhisattva van ‘stralende oefening’ of ‘grote activiteit’, zit op een olifant en toont het onafgebroken gewaarzijn van zijn gelofte om samen met alle wezens te oefenen in elke activiteit van het leven.
Hij/zij wordt soms de bodhisattva van liefde genoemd – niet een romantische soort liefde die het ene object boven het andere verkiest, maar de allesomvattende, onbaatzuchtige liefde waarmee we ons constant en volledig verbinden met alle wezens.

Maak jij je wellicht zorgen dat je deze ideale voorbeelden niet kunt zien?
Maar kun je momenten van wijsheid of mededogen, ware vriendelijkheid of onbaatzuchtige activiteit waarnemen in de wezens die zich voor je neus bevinden, of in jezelf? Zijn er wezens die jou, door de manier waarop ze hun leven leiden, inspireren om je best te doen vriendelijker, mededogender en gelijkmoediger te leven?

Suzuki Roshi moedigde ons aan om boeddhaschap in iedereen te zien. Ik had de duidelijke indruk dat hij zelfs in mij boeddhaschap kon zien. En is het niet Dogen Zenji die leert dat “Elk leven, compleet beleven, boeddhanatuur is”?

Volgens de Avatamsaka Soetra zei Shakyamuni Boeddha toen hij ontwaakte: “Ik zie nu dat alle wezens, zonder uitzondering, de wijsheid en compassie van de ontwaakten bezitten, maar vanwege hun waanideeën en gehechtheden beseffen zij dit niet.”

Als jij en ik de ontwaakte geest willen realiseren en actualiseren in dit lichaam dat we hebben gekregen, dan moeten we begrijpen dat we beschikken over al wat we nodig hebben hier. Er is niks mis met ons, en er is niks dat we ‘daarbuiten’ moeten ‘halen’.

We hoeven alleen maar van harte zazen te beoefenen zonder winst-idee, vol vertrouwen in boeddhanatuur en in zazen, en alle gehechtheid los te laten.

Tot slot: Tulku Thondup eindigt zijn antwoord in het artikel met:

“Het komt erop neer dat we geen boeddha’s zullen zien, laat staan ​​er zèlf een worden, als we onze mentale gewoontes niet verbeteren.”

◄║►

Stapje terug

beeld van Jizo
Bodhisattva Jizo
(Japanse naam voor Kshitigarbha)

Meester Jiuling Yuan [Mingyuan] bezocht zen-meester Changqing [854-932] voor overleg.
Changqing vroeg hem: ‘Wat is jouw naam?’
Hij zei: ‘Mingyuan.’
Changqing zei: ‘Hoe staat het met de kwestie van de Overzijde [verwerkelijking]?’
Hij zei: ‘Ik zet twee stappen terug.’
Changqing zei: ‘Waarom zet je zinloos twee stappen terug?’
Yuan wist niets te zeggen.
Changqing zei in zijn plaats: ‘Als ik niet terugstap, hoe kan ik Mingyuan dan kennen?’
Dit schonk Yuan inzicht.

Afbeelding: Ebrogift
Tekst: Dahui: Treasury of the Eye of True Teaching;
classic stories, discourses, and poems of the Chan tradition.
Boulder 2022 (vert. Cleary, Thomas), p. 195

◄║►

Alles is levend

zen-meester Taigen Harada
Taigen Harada 1924-2018

Alles is levend

Alsjeblieft, alsjeblieft, zie het: alles is levend.
Groots, groots levend.
Dit is het geluk van al het geluk.
En dit ‘nu-hier’ kan nooit vernietigd worden.
Het licht van je eeuwige leven schijnt helder, nu.
Wat een vreugde is er in deze straling!
Alsjeblieft, zorg voor jezelf, je stralende boeddha-zelf. Word steeds meer in staat je boeddha-zelf te waarderen.
Daarmee zeg ik niet: wees arrogant. Er is niemand waar dan ook die zich klein moet voelen, niemand om gekleineerd te worden, niemand om zich beter te voelen, niemand tegenover wie je je beter kunt voelen.
Wie ben jij dus om je ijdel en trots te voelen als je eigen bron het hele zijn is?
Je wordt ondersteund, je wordt gevoed, je wordt door het hele zijn beschermd.
Dankzij het hele zijn, samen, één, is het hele universum.
Deze ademhaling wordt geademd, zo dichtbij, altijd één, altijd samen.
Alsjeblieft, verzaak nooit de grenzeloze schat die jouw zelf is.
Wees in contact, kijk er niet van weg.
Grijp niets vast, houd nergens aan vast.
Er is alleen maar nu, hier, fris, nieuw, levend.
Nu.
Doe gewoon je oefening met alle goede genade.

Marthes, Ciska Shizuka:
Herinneringen aan Harada Taigen roshi;
mijn jaren in een Japans zenklooster.
Asoka 2023, p. 205-206

Tekst: Taigen Harada
Foto: buddhismnow

◄║►

Bodhidharma’s gemoedsrust

Beeld van Bodhidharma in meditatie
Bodhidharma in meditatie (bron)

In zijn Onderrichting over Gemoedsrust zegt de grote leraar Bodhidharma:

Wanneer mensen begoocheld zijn, dan volgen zij de dingen; wanneer mensen bevrijd zijn, dan volgen de dingen hen.
Ben je bevrijd, dan wordt vorm geabsorbeerd door bewustzijn; ben je begoocheld, dan wordt bewustzijn geabsorbeerd door vorm.

Zolang je bewuste beoordeling hanteert om relatieve waardebepalingen te maken over de directe beleving van je eigen geest, is dit allemaal droomspul.
Is de bewuste geest stil en treden er geen gedachten op, dan noemt men dit waarachtig gewaarzijn.

Wat is de eigen geest rechtstreeks beleven?
Neem je waar dat alle dingen bestaan, dan is hun bestaan geen bestaan zelf: je eigen geest stelt zich hun bestaan voor.
Neem je alle dingen waar als niet-bestaand, dan is hun niet-bestaan geen niet-bestaan zelf: je eigen geest maakt een beeld van hun niet-bestaan.

Dit geldt voor alles – elke keer is het je eigen geest die er iets bestaands of iets niet-bestaands van maakt.

Verder: zelfs als mensen allerlei kwalijke dingen hebben gedaan, zodra zij eenmaal de spirituele heerser zien in zichzelf, zullen zij bevrijding vinden.

Degenen die bevrijd worden via actuele gebeurtenissen, beschikken over stevige kracht. Degenen die het onderricht zien te midden van actuele gebeurtenissen, verliezen nooit hun aandacht, wáár zij zich ook bevinden.
Degenen die hun inzicht ontlenen aan geschriften, zijn zwak. Degenen die geen verschil ervaren tussen het onderricht en de actuele gebeurtenissen, zijn diep.

Ongeacht wat je doet – springen en dansen, of struikelen en vallen – niets ervan bevindt zich buiten het domein van de werkelijkheid. Iemand die het domein van de werkelijkheid probeert te gebruiken om het domein van de werkelijkheid te betreden, is een dwaas.
Alles wat je doet vindt nooit plaats buiten het domein van de werkelijkheid. Waarom? Omdat bewustzijnswerking zélf het domein van de werkelijkheid is.

Wereldlijke mensen bestuderen allerlei vormen van wetenschap – waarom realiseren zij geen verlichting? Omdat zij zichzelf zien – dat is waarom zij geen verlichting bereiken.
‘Zichzelf’ wil zeggen het ego; vervolmaakte mensen raken niet van slag wanneer zij lijden ervaren, en zij zijn ook niet verrukt als zij iets aangenaams ervaren, want zij zien zichzelf niet.

Plezier of pijn baart hen geen zorgen omdat zij zelveloos zijn en daardoor ultieme leegte realiseren.
Wanneer er zelfs geen zelf is, wat is er dan nog dat niet verdwijnt?

Als alle dingen leeg zijn, wie beoefent dan het Pad?
Zolang je een ‘wie’ hebt, moet je het Pad beoefenen. Maar is er geen ‘wie’, dan hoef je het pad niet te beoefenen. ‘Wie’ is het ego; als je egoloos bent, creëer je geen onderscheid in het omgaan met de dingen.

Wanneer je iets bevestigt als zus of zo, dan is dat jouw bevestiging; het zegt niet dat iets zus of zo is.
En wanneer je iets ontkent als niet zus of zo, dan is dat jouw ontkenning; het zegt niet dat iets niet zus of zo is.

Zolang je onbevangen blijft zelfs als er aandacht heerst, dan beschouwt men dit als realisatie van boeddhaschap.
Neem je de dingen rechtstreeks waar zonder oordeelsvorming, dan heet dit het realiseren van de Weg. Iemand die bij ontmoeting met de dingen rechtstreeks de bron ervan waarneemt, is iemand wiens wijsheidsoog geopend is.

Wijzen mensen laten elk ding zijn zoals het komt, maar niet zichzelf; daarom kennen zij geen grijpen en verwerpen, geen tegenstand en instemming.
Dwaze mensen laten zichzelf zijn zoals het komt, maar niet de dingen; daarom krijgen zij te maken met grijpen en verwerpen, tegenstand en instemming.

Geen enkel ding zien, noemt men de Weg zien; geen enkel ding beoefenen, noemt men de Weg beoefenen.
Wanneer je één bent op alle plekken, dan heb je geen plek; als je één bent met alle activiteiten, dan onderneem je geen activiteit.

De niet-strevende staat is Boeddha zien.
Wie naar verschijnselen kijkt, ziet overal fantomen.
Door aan verschijnselen te hechten val je in de hel; maar respecteren van de werkelijkheid schenkt je bevrijding.

Een conceptualiserende geest ervaart de dingen alsof ze kokend water en brandende kolen zijn: je bent dan getuige van het komen en gaan van geboorte en dood.
Maar zie je de aard van het universum, dan is dit de aard van nirvana. Wie geen conceptueel denken hanteert, beleeft de aard van het universum.

De geest bezit geen materie, dus is het geen vorm van bestaan; maar hij functioneert wel, dus is het geen niet-bestaan.
En in zijn functioneren blijft de geest altijd leeg, dus is het geen bestaan; maar leeg functioneert hij onophoudelijk, dus is het geen niet-bestaan.

Dahui: Treasury of the Eye of True Teaching;
classic stories, discourses, and poems of the Chan tradition.
Boulder 2022 (vert. Cleary, Thomas), p. 155-156

◄║►