Negen stadia van gemoedsrust (Asanga)

Na de aandacht te hebben gevestigd op een verschijnsel
moet je die beleving niet laten wegglijden;
zodra je je helder bewust wordt van afgeleid zijn
moet je de geest weer terugbrengen naar dat verschijnsel.

Steeds beter zal een verstandige beoefenaar
de geest innerlijk weten te concentreren;
vervolgens laat je de geest zich ook verheugen
doordat je hem de voordelen toont van stabiele meditatie.

Weerstand tegen meditatie moet je bedwingen
door de onwenselijkheden te zien van afgeleid zijn;
op eenzelfde manier moet je het ontstaan bestrijden
van gemoedstoestanden als hunkering of verslagenheid.

Dan vestigt de beoefenaar een natuurlijke geestesstroom
die de vrucht is van het toepassen van een tegengif;
dankzij de gestage beoefening hiervan zul je verwerven
een natuurlijke geestesstroom die geen toepassing meer vraagt.

Verzen uit Asanga’s Mahayanasutralankara, geciteerd in
Engle, Artemus B.: Inner Science of Buddhist Practice. Boulder 2009, p. 164.

Afbeelding uit: Namyal, Dakpo Tashi: Mahamudra, the moonlight;
quintessence of mind and meditation. Delhi 2008

◄║►